Toepasselijk voor deze maand:
De brug bij Arnhem: wie denkt er dan niet direct aan het boek van Cornelius Ryan genaamd A Bridge Too Far uit 1974 of de gelijknamige film uit 1977? Over deze befaamde ‘brug te ver’ is echter meer te melden dan enkel de rol die hij speelde tijdens de amper vier dagen strijd tussen Britse en Duitse militairen in september 1944. In dit artikel worden niet alleen nieuwe details uit de bezettingsperiode genoemd, maar ook de wederbouw: de verschillende fasen van de Canadese en Nederlandse noodbruggen tijdens die periode.
Het artikel is gepubliceerd in het septembernummer (2017/3) van het Arnhems Historisch Tijdschrift van het Arnhems Historisch Genootschap Prodesse Conamur.
In Arnhem is dit blad in diverse boekhandels te koop. Om dit tijdschrift te bestellen, zie: www.prodesse.nl/publicaties/arnhems-historisch-tijdschrift/
Met belangstelling heb ik uw artikel in het AHT van september gelezen. Degene die heeft uitgezocht wanneer de brug door de geallieerden is gebombardeerd is mijn broer Peter in zijn ‘Een andere kijk op de slag om Arnhem. De snelle Duitse reactie’ (Soesterberg 2002), blz. 308 en 311. Hij schrijft daarin dat de brug na het bombardement van 6-10-’44 nog door voetgangers kon worden gebruikt en zelfs nog zover werd hersteld dat een rijbaan kon worden gebruikt. De volgende dag kwam de genadeslag. De vraag is dan ook waarom de Duitsers de brug in februari 1945 (volgens u op 4-2, naar mijn gegevens op 7-2) nogmaals vernielden. Mijn neef Frits Berends (auteur van ‘Te dicht bij de brug die voor anderen te ver was’, Soesterberg 2011) heeft het idee dat dat was om de Rijn bevaarbaar te maken. Waarschijnlijk stortte door de luchtdruk van dat bombardement de toren van de Eusebiuskerk voor de helft in (zie mijn artikel in het AHT van september 2010, blz. 119-120).
Wat vindt u van dit alles? Met vriendelijke groet, Gerrit Berends, Zeist
Geachte heer Berends, beste Gerrit,
Hartelijk dank voor uw reactie op mijn artikel. De punten die u noemt zijn interessant. Ik ben uiteraard bekend met het werk van uw broer Peter.
Wat betreft de data van de geallieerde vernietiging van de brug op 6 en 7 oktober 1944: dit was toch voor het verschijnen van “Een andere kijk…” reeds bekend? Zo wordt het genoemd in een artikel van N. van der Meer in “Maandorgaan van de Documentatiegroep ’40-’45” (1984). Er wordt tevens aan gerefereerd door het artikel van F.R. Ranft in “Arnhem de genoeglijkste” (1991).
Van der Meer noemt tevens de datum 4 februari 1945 voor de Duitse vernietiging. Wat is uw bron voor 7 februari (Van Iddekinge noemt in zijn “Arnhem 44/45” (1981) wel de 7de, maar dan als een later tijdstip en niet voor het moment van vernietigen, zie p. 278.)?
Over het bevaarbaar maken van rivieren: het is inderdaad een belangrijk gegeven dat een vernietigde brug niet alleen het rijverkeer, maar ook de binnenvaart belemmerde. Dit sla ik in dit artikel over, maar is een terecht punt dat u noemt. In aanvulling op mijn artikel, hieronder de volgende gegevens:
De OQu van de Wehrmachtsbefehlshabers in den Niederlanden noemt eind december 1944 het vrijmaken van de vaargeulen bij de vernietigde bruggen van Rhenen, Oosterbeek en Arnhem. De waterdiepte moest hierbij minstens 3 meter zijn. De breedte van de vrijmaking te Arnhem was van 20 december weer 35 meter. Besluit van het stuk: “Niederrhein und Lek sind am 23.12 für Schiffstransporte frei.”
Of de verkeersbrug uiteindelijk in februari 1945 alsnog geheel werd vernietigd door de Duitsers, kan beide redenen hebben gehad. Op dit moment heb ik te weinig bronnen om het ofwel aan het bevaarbaar maken van de Rijn of het geheel vernietigen als ‘verschroeide aarde’-tactiek. Het eerste punt wordt tegengesproken door het feit dat reeds op 23 december 1944 de Rijn bij Arnhem wederom bevaarbaar werd gemaakt. Of er moet in de tussentijd iets veranderd zijn in de situatie, maar dat is mij onbekend. Het tweede punt kan worden verklaard door het gegeven dat de verkeersbrug begin 1945, zeker in zijn vernietigde toestand, geen functie meer had voor het Arnhemse bruggenhoofd voor de Wehrmacht. Dit lijkt mij vooralsnog de meest plausibele verklaring.
Overigens (maar misschien refereert u hier aan in uw artikel), wordt de koppeling tussen het instorten van de Eusebiuskerk en het opblazen van de brug op 4 februari 1945 reeds genoemd in het eerder genoemde standaardwerk ‘Arnhem 44/45’ (Van Iddekinge, p. 278).
Ik ben benieuwd naar uw bronnen en reactie. Vriendelijke groet, Martijn Reinders