Afgelopen donderdag en vrijdag werden de Reuvensdagen weer gehouden – twee dagen vol lezingen, discussies en workshops. Dit jaarlijkse archeologische congres van Nederland, werd deze keer in Zwolle gehouden.
De archeologie van het moderne tijdvak is de laatste jaren steeds vaker aanwezig. In 2012 werd bijvoorbeeld al een succesvolle sessie georganiseerd over conflictarcheologie, waarbij resultaten van onderzoeken uit verschillende perioden werden gepresenteerd – van de Opstand (ook bekend als Tachtigjarige Oorlog) tot en met de Tweede Wereldoorlog.
Ook dit jaar werd er weer een sessie georganiseerd, tevens met de titel ‘Conflictarcheologie’. Organisatoren waren Jos Bazelmans, Jos Deeben en Jeroen Bouwmeester van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Voorzitter was Max van der Schriek, promovendus in Moderne Conflictarcheologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Sessie Conflictarcheologie
Conflictarcheologie werd in deze sessie omschreven als ‘de archeologie van verdediging, oorlogsvoering en bezetting’. Dit omhelst dus niet alleen de Tweede Wereldoorlog, al is deze periode de laatste jaren wel in toenemende mate in de belangstelling. Hierbij wordt niet alleen gedacht aan de wetenschappers, maar ook zeker het grote publiek.
Naast populariteit zijn er ook kanttekeningen. Een vraag die bijvoorbeeld steeds vaker wordt gesteld is: wat voegt de archeologie toe aan periodes waarvan al een overvloed aan historische bronnen beschikbaar is?
De lezingen
De sessie bestond uit drie lezingen waarbij aan de hand van verschillende periodes resultaten werden besproken die wat toevoegen aan zowel de wetenschap als de belevingswaarde binnen conflictarcheologie.
Allereerst werd aangetoond hoe aan de hand van moderne reliëfkaarten een kampement uit de Franse tijd kon worden teruggevonden (casus Bussum – Franse Kamp). Hier werd tevens gebruik gemaakt van metaalvondsten gedaan door de plaatselijke Heemkundekring.
Een vergelijkbaar kampement, maar uit de tijd van na de Tiendaagse Veldtocht (1831) bij Oirschot, werd op een vergelijkbare manier teruggevonden.
Tot slot werd een overzicht gegeven van sporen en vondsten gedaan te Brakkenstein in Nijmegen. Hierbij werden onder andere kleine groepsonderkomens van Britse militairen aangetroffen. De aanwezigheid van conventionele explosieven maakte het noodzakelijk dat het archeologisch onderzoek diende samen te gaan met OCE-onderzoek (Opsporing Conventionele Explosieven).
De sessie werd afgesloten met een discussie waarbij zowel sprekers als de zaal met elkaar van gedachten wisselden.
Sessie Historische archeologie
Een sessie die hierop kan aansluiten, was die over ‘historische archeologie’. In de vorm van een paneldiscussie tussen vier personen met verschillende invalshoeken (gemeentelijk, academisch, uitvoerder) werd gezocht naar een ‘werkbare aanpak’ binnen de Archeologische Monumentenzorg (AZM). Organisatoren waren Ruurd Kok (RAAP Archeologisch Adviesbureau) en Evert van Ginkel (TGV).
Centraal hierbij stond het feit dat archeologie van moderne tijdvakken een interdisciplinair karakter heeft. Archeologisch en historisch onderzoek zijn sterk met elkaar verweven. Ook hier ligt een knelpunt voor archeologie van de Nieuwe Tijd, waaronder de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld ook valt.
Vanaf de late Middeleeuwen nam het aantal historische bronnen toe, waarbij vaak zonder het bodemarchief te raadplegen al veel bekend is over een periode en locatie. Voor bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog is meestal zelfs een een gigantisch aantal bronnen beschikbaar. Toch is er vaak geen tijd of geld voor uitgebreid bureauonderzoek voordat men gaat graven.
Men was het er bijvoorbeeld over eens dat historisch onderzoek wel degelijk een onderdeel moet worden van het gehele onderzoek. Ideeën die werden geopperd waren dat dit extensief zou moeten worden uitgevoerd door daarbij een historicus te vragen. Ook zou een historisch archeoloog dit zelf kunnen uitvoeren.
Een groot deel van de archeologen in Nederland die zich bezighouden met conflictarcheologie (foto met dank aan Jobbe Wijnen).
Beide sessies lieten zien dat de interesse voor deze takken van (moderne) archeologie nog altijd groot is. Het werd bewezen door wederom een hoge opkomst met enthousiaste inbreng van de aanwezigen.
Meer info
Buried Landscapes Of War Project